E-learning
course
- ACTIVITEIT 1
- ACTIVITEIT 2
- ACTIVITEIT 3
- ACTIVITEIT 4
- ACTIVITEIT 5
Luister naar de dialoog
Luister naar de dialoog en beschrijf de twee klachten van de patiënt.
Lees de dialoog en maak een lijst van de symptomen die je herkent.
Geef aan of de uitspraken waar (W) of niet waar (N) zijn.
In de volgende zinnen staan enkele aanwijzende voornaamwoorden (vet gedrukt): geef aan met de letter A wanneer iets dichtbij de spreker is en met de letter B wanneer iets verder weg is.
Maak de zinnen af door het werkwoord ‘hebben’ te vervoegen.
Patiënt: Niet zo goed helaas. Toen ik vanmorgen uit bed kwam om naar de badkamer te gaan voelde ik een sterke pijn elke keer als ik mijn voet op de grond zette.
Verpleegkundige: Wat vervelend, de volgende keer kunt u een verpleegkundige om hulp vragen.
Patiënt: Toevallig heb ik vanmorgen op die knop gedrukt die u me gisteren liet zien. Toen kwam er een jongen en voelde ik me een beetje ongemakkelijk. Ik heb toen maar mijzelf geholpen.
Verpleegkundige: Ik begrijp dat het ongemakkelijk is, maar maakt u zich geen zorgen, dat is heel gewoon. Vraag de volgende keer gewoon om hulp.
Patiënt: Bedankt, maar ik wilde geen moeilijkheden veroorzaken.
Verpleegkundige: Dit is geen enkel probleem.
Patiënt: Oké.
Verpleegkundige: Hoe was uw eerste nacht in het ziekenhuis? Heeft u goed geslapen?
Patiënt: Helaas heb ik niet zo goed geslapen omdat mijn kamergenoot de hele nacht veel te luid tv keek.
Verpleegkundige: Zelfs in dat geval kunt u op de knop drukken, zodat een van mijn collega's kan ingrijpen en uw kamergenoot kan vragen om het volume lager te zetten of de televisie uit te zetten.
Patiënt: Dat is erg aardig van u.
Patiënt: Goedemorgen, mijn naam is Bea en ik ben gekomen omdat gisterenavond deze huiduitslag op mijn armen en benen verscheen.
Verpleegkundige: Heeft u iets gegeten of aangeraakt waar u allergisch voor bent?
Patiënt: Niet dat ik weet.
Verpleegkundige: Laten we eens kijken wat we hieraan kunnen doen. Heeft u andere zichtbare symptomen of andere dingen opgemerkt?
Patiënt: De laatste tijd voel ik me nogal moe en mijn buik is wat opgezwollen.
Verpleegkundige: Is dit de eerste keer dat u dit heeft of is het al vaker gebeurd?
Patiënt: Ik heb dit in het verleden eerder gehad, maar toen verdween alles zonder enige behandeling te ondergaan.
Verpleegkundige: Op basis van uw symptomen lijkt het mij een soort allergie. Om een beter beeld te krijgen moeten we een aantal testjes doen.
Patiënt: Wat voor soort testjes?
Verpleegkundige: Het kan dat u intolerant bent voor bepaald voedsel of dat u iets heeft aangeraakt wat dit veroorzaakt. Om te bepalen welke tests, moet u naar Dr. Roos op de tweede verdieping, op de afdeling Algemene Geneeskunde.
Dokter: Goedemorgen, wat is er aan de hand?
Patiënt: Gisteravond kreeg ik uitslag op mijn armen en benen, ik voel me nogal moe en mijn buik is opgezwollen.
Arts: Bent u allergisch voor bepaalde voeding?
Patiënt: Niet dat ik weet.
Dokter: Wat heeft u de laatste dagen gegeten?
Patiënt: Gisteravond was ik op een verjaardagsfeestje en heb ik pizza gegeten. Tijdens de lunch heb ik pasta met tomatensaus op.
Dokter: Oké, ik moet ook weten of u onlangs problemen met uw darmen heeft gehad, zoals diarree of winderigheid?
Patiënt: Ik heb geen diarree, maar ik heb wel vaak problemen met mijn stoelgang.
Dokter: Van wat u mij vertelt, ben ik er vrij zeker van dat het een voedselallergie is, dus ik zal u enkele tests voorschrijven. Het is niet zeker dat we met deze tests het probleem gelijk vinden, maar door dingen uit te sluiten komen we al een heel eind. Voorlopig raad ik u aan om u eetgewoonten niet te veel te veranderen.
Patiënt: Moet ik ook bloed laten prikken?
Dokter: Ja, ik zal ook bloedtesten voorschrijven om de antistoffen in uw bloed te kunnen beoordelen.
Patiënt: Dat is een probleem, ik ben erg bang voor naalden.
Dokter: Maakt u zich geen zorgen! Onze verpleegkundigen zijn erg goed en u zult het niet eens merken. Het is een noodzakelijk onderzoek dat ons helpt te begrijpen welke behandeling het meest geschikt voor u is zodat we u beter kunnen helpen.
Patiënt: Als het niet anders kan dan moet het maar.
Dokter: Heel goed! Zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, kunt u een afspraak maken en zullen we deze bespreken.
Patiënt: Bedankt en tot ziens.